SPOREN NALATEN EN HET VERSTRIJKEN VAN TIJD: 3500 DIAPOSITIEVEN
Mijn tante Ries, haar leven lang vrijgezel, werd best oud. Maar ging dood. Bij het opruimen van haar huis stuitte ik op tientallen dozen met dia’s. Ik twijfelde, maar nam ze allemaal mee. Als ik dat niet had gedaan waren ze in een afvalcontainer verdwenen. Dan was er niks overgebleven van Ries. De sporen gewist. Veel gezien maar alles verdampt.
Jaren lagen de dia’s in de schuur. Ik broedde op een plan. Een monument voor het alledaagse, gezien en vastgelegd door Ries. Diapositieven. Gearchiveerd licht. Vergankelijke sporen die we nalaten nadat we dood zijn. Overlevering met geringe waarde. 
Selfies maakte Ries niet. Ries fotografeerde landschappen, gebouwen, bloemen en veel verschillende struiken en bosjes. Ook soms een eend. Of ander dier. Mensen staan er min of meer toevallig op. Die kon Ries niet wegjagen voordat ze een foto nam. 
Ik nam het besluit om elke dia op te vatten als een frame uit een film waarin we meereizen met Ries over de wereld. Ruim 20 jaar in ongeveer zeven minuten gecomprimeerd. Een hallucinerend verslag van duizenden vluchtige observaties. Een zwaarmoedige constatering dat de sporen die wij nalaten gering en vluchtig zijn. 
De as van Ries strooiden mijn zus en ik uit op een lommerrijk uitstrooiveld in de bossen bij Ede. Dat was nog een laatste spoor dat uitgewist moest worden. 
Vaarwel tante Ries.

Back to Top